AO/WPO-blog
Update vanaf de West-Africa Pelagic: De Salvagen
12 mei 2013 · 12289 × bekeken
[VOOR NILS' VOORGAANDE BIJDRAGE: KLIK HIER!]
11 mei
De nacht hebben we gebruikt om de afstand tussen de Canarische Eilanden en de Salvagen te overbruggen. In de vroege ochtend bereikten we de onbewoonde eilanden die nog weinig mensen bezocht hebben. De Salvagen bestaan uit een cluster van kleine vlakke eilandjes (Salvagem Piquena) en een grote, 100m hoge (Salvagem Grande). We zullen hier de hele dag blijven in de hoop de terugkomst van de broedvogels in de avond mee te kunnen maken. Bij Salvagem Piquena maken we een zodiac-cruise. Zingende Berthelots Piepers worden gescoord en her en der huppelen wat Bonte Stormvogeltjes over zee. Verder is er weinig aan leven te bekennen; pas 's nachts komen de meeste zeevogels hier aan land. De mussen zien het blijkbaar niet zitten om naar dit eiland te verhuizen.
In de middag bereiken we Salvagem Grande. De staf van de Plancius heeft onderhandeld met de opzichters en ze kregen te horen: aan land gaan is niet toegestaan. Maar even later: als er voor ieder bezoeker 2 euro wordt betaald en de opzichters mogen bij ons aan boord dineren, mogen we alsnog aan land ... Als we met de zwemvesten al aan klaar staan komt er andere spelbreker. De staf vindt de stap naar de zodiacs uiteindelijk toch te link in verband met de golfhoogte (een metertje op en neer). Met mijn landrottenverstand leek het me een kwestie van de stap goed timen. Maar ik snapte de beslissing, ze moesten uitgaan van de 'zwakste schakel'. Zeldzame kans gemist. Later bleek dat een wel doorgezette zodiaccruise inderdaad serieuze problemen had kunnen opleveren; de wind trok flink aan in de loop van de middag en de golfdiepte nam toe tot aanzienlijk meer dan een metertje. We bleven rondhangen op enkele honderden meters van het eiland vanwege de ondiepten. Ook dit eiland lonkte, het deed mij zelfs iets aan hun moedereiland Razo denken. Maar alle mussen bleven ook nu op het schip, misschien juist omdat het op hun moedereiland lijkt ...
De onvermoeibare Kaapverdische Mus Passer iagoensis Iago Sparrow (Nils van Duivendijk/Birdingbreaks)
We bleven voor anker bij Salvagem Grande tot het donker werd. Een ornithologische gebeuren dat z'n weerga niet kent zou ons worden voorgeschoteld, zo was de heimelijke hoop. 'Slechts' een Kuhls Pijlen-demonstratie was ons deel. De 59000 paar leken zo'n beetje met z'n allen bij het eiland rond te hangen. In elk willekeurig geplaatst kijkerbeeld krioelde het van de Kuhls, een spectaculair gezicht, dat zeker, maar we wilden ook en vooral die Kleine (Barolo) Pijlstormvogels en 'Madeira-type' Stormvogeltjes, die ook met 1000den op het eiland broeden. Blijkbaar komen die in ieder geval bij dit eiland pas aan als het echt donker is; we zagen slechts een enkele Kleine Pijl en twee stormvogeltjes waarvan ik niet eens kon zien of het wel Madeira-types waren, zo donker was het al ...
Kuhls Pijlstormvogels Calonectris borealis Cory's Shearwaters (Laurens Steijn/Birdingbreaks)
Nils van Duivendijk
DETERMINATIE ONDERWEG DEEL 4: KLEINE PIJLSTORMVOGEL
Kaapverdische Kleine Pijlstormvogel Puffinus boydi Boyd's Shearwater (Laurens Steijn/Birdingbreaks)
De 'kleine pijlstormvogel' van Kaapverdië is eenvoudig te onderscheiden van Kleine Pijlstormvogel van de meer noordelijke eilanden zoals Madeira, de Salvagen en de Azoren. De onderzijde van de handpennen is geheel donker (door reflectie lijkt het hier ook lichter). De staart is langer en de snavel grijs met een donkere punt. De donkere oorstreek is variabel en sommige Kleine Pijlstormvogels hebben ook een donkere oorstreek, dus het koppatroon is niet beste verschilpunt. De langste onderstaartdekveren zijn donker, maar dat is vaak lastig te zien omdat ze tegen de donkere staart aan liggen. Bij Kleine Pijlstormvogel zijn de langste onderstaartdekveren ook nog volledig wit en reiken bijna tot aan de staartpunt waardoor van de donkere staart aan de onderzijde bijna niets zichtbaars overblijft, terwijl bij Kaapverdische Kleine Pijlstormvogel veel donker zichtbaar is mede door de langere staart.
Kleine Pijlstormvogel Barolo Shearwater Puffinus baroli (Laurens Steijn/Birdingbreaks)
De erg witte onderzijde van de ondervleugel die doorloopt tot op de handpennen is een goed kenmerk voor Kleine Pijlstormvogel. Op deze foto is ook de witte zijkop en het 'vrijliggende', in wit gelegen oog zichtbaar.
DETERMINATIE ONDERWEG DEEL 5: 'MADEIRASTORMVOGELTJE'
De nog veel gebruikte naam Madeirastormvogeltje is niet de beste Nederlandse naam. Naast dat het inmiddels duidelijk is dat het een soortencomplex betreft, komen er in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan al minimaal vier 'typen' voor, waarvan er slechts twee op Madeira broeden. Recentelijk hebben de vier 'typen' soortstatus gekregen door verschillende onderzoekers, waaronder Magnus Robb en The Sound Approach (zie Petrels day and night). Daarnaast komen meerdere populaties en dus mogelijk ook meerdere soorten 'Madeirastormvogeltjes' sterk verspreidt voor in de Pacifische Oceaan.
De vier Atlantische soorten zijn op zee niet met zekerheid uit elkaar te houden, maar locatie en ruistadium kunnen een sterke aanwijzing zijn voor een bepaalde soort. Er zijn winterbroedende en zomerbroedende soorten welke dientengevolge een andere ruicyclus hebben.
Vermoedelijk Kaapverdisch Stormvogeltje Oceanodroma jabejabe Cape Verde Storm Petrel (Laurens Steijn/Birdingbreaks)
De vogels hierboven werden gefotografeerd nabij de Kaapverdische Eilanden en zullen alleen daarom al waarschijnlijk Kaapverdisch Stormvogeltje betreffen. Juist bij de soort van de Kaapverdische Eilanden helpt het ruistadium niet want de soort kan vrijwel het hele jaar door broeden of heeft twee sterk verschillende broedperioden. Timing van broed- en ruicyclus zijn normaal gesproken aan elkaar gerelateerd. Algemeen kan gesteld worden dat winterbroeders in het voorjaar/zomer ruien en zomerbroeders in de herfst/winter.
Algemene kenmerken van alle soorten 'Madeirastormvogeltjes' zijn de forse snavel met relatief grote haak, vrij opvallende lichte baan over de bovenvleugel, recht afgesneden of zwak gevorkte staart, grote donkere toppen aan de witte bovenstaartdekveren die vaak een gekartelde grens vormen met de witte 'stuitvlek', gehoekt gehouden vleugels en een min of meer evenwijdig brede, hoefijzervormige 'stuitvlek'.
Vermoedelijk Kaapverdisch Stormvogeltje Oceanodroma jabejabe Cape Verde Storm Petrel (Laurens Steijn/Birdingbreaks)
Naast uiterlijke kenmerken geldt voor alle stormvogeltjes dat ze vaak bijzonder goed te herkennen zijn aan hun manier van vliegen, vooral tijdens het fourageren. 'Madeirastormvogeltje' is de meest stabiele en rustige vlieger van allemaal, maar er is natuurlijk veel ervaring nodig om die verschillen te leren. Een bijzonder goed hulmiddel daarbij zijn de dvd's bij het boek 'North Atlantic Seabirds, Storm-petrels and Bulwer's Petrel'
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.